woensdag 30 mei 2012

Spoorzoeken

Met een suffe blik pak ik mijn lawaaimakende mobieltje op. Tien over zes. Na een aantal ongecoordineerde bewegingen is het alarm uit. Moeizaam stap ik uit bed, waarna ik toiletspullen pak. Zoals altijd gaat dat bijzonder traag. Voorzichtig daal ik de trap af. Rob, druk printend en etend, kijkt op. 'Zo, jij ziet er helder uit!' Ik grijns hem vriendelijk toe en stap de badkamer in. De korte douchepartij is zeer verfrissend. Even later schuif ik aan tafel. Een broodje eten is vandaag niet nodig, beter gezegd verboden zelfs. 'Om acht uur moet u hier nuchter zijn.' Voorlopig moet ik het dus even met een glas water doen.

Ruim voor acht uur sta ik bij de balie van het lab. Anne was zo sympathiek om mij naar het ziekenhuis te brengen. Eventjes geen OV nodig. Best prettig. 'Mevrouw Overeem?' Als ik opkijk zie ik een vriendelijk ogende, kleine vrouw bij de ingang van het lab staan. Met mijn koffertje achter me aan slepend, loop ik op haar toe. Ze gaat me voor naar een van de 'prikkamers' alwaar ik mag plaatsnemen. Deze keer echter geen buisjes en naalden. Ookal begin ik daar aan te wennen en val ik zelfs niet meer flauw van een prik, best fijn dat dat nu even niet hoeft. Een kartonnen kokertje wordt op een soort thermometerachtig apparaat geplaatst. Daar moet ik in blazen. Denkend aan mijn zanglessen adem ik stevig in, span mijn middenrif en blaas rustig uit. Een beetje scheef kijkend kan ik zien dat de meter oploopt tot 28. Als mijn adem op is, schrijft de laborante wat gegevens op, doet iets met het kokertje en verzoekt mij opnieuw te blazen. Deze keer loopt het op tot 23. Weer wordt een en ander genoteerd. Nu krijg ik een plastic beker aangereikt met daarin een drankje dat eruit ziet als nogal slappe aanmaaklimonade. Het smaakt niet echt vies, maar lekker is het ook zeker niet. Als ik denk klaar te zijn, krijg ik nog een bekertje met hetzelfde goedje. 'Ik zal u even de toiletten wijzen. Door dit lactosedrankje kan het zijn dan uw darmen gaan opspelen. Dan zie ik u over een half uurtje terug.' Met mijn koffertje op sleeptouw zoek ik een geschikte zitplaats. Ik vind het voor nu even voldoende om 'mensen te kijken'. Tijdens het wachten voel ik dat mijn buik zich aan het opblazen is, maar enig aandrang om naar de wc te gaan, is er niet.
De tweede blaasresultaten zijn vrijwel gelijk aan de eerste. Ik mag mijn koffertje daar laten staan en bezoek de wc. Misschien gaat er wat druk van mijn buik af. Helaas. In de spiegel zie ik twee roodomrande ogen in een zeer wazig gezicht. Het lijkt wel alsof ik stoned ben. Ik neem opnieuw plaats op een bank en probeer te bedenken wat ik precies van deze test afweet. Iemand heeft mij gezegd dat ik boven de 25 moest scoren. Maar dat had ik bij het begin al, klopt dit dan wel? Bij de derde ronde vat ik moed en vraag of mij uitgelegd kan worden wat de cijfertjes betekenen. 'Dat kan ik wel, maar dat mag ik niet.' Op mijn teleurgestelde blik wordt uitgelegd dat een eventuel 'verkeerde' uitleg van de laborant later voor problemen kan zorgen. Ik knik begrijpend, maar baal flink. Wat betekent het dat het metertje nu oploopt naar 75?
De laatste keer moet ik een uur wachten. Ik besluit een kopje heet water te nemen en op mijn mobiel nog eens te zoeken naar de lactose test. Al snel ben ik er achter dat er tussen de beginwaarde en de eindwaarde van de test minstens 30 punten verschil moet zitten als er sprake zou kunnen zijn van een lactoseintolerantie. Tussen de 25 en 75 zit natuurlijk 50 punten, maar echt overtuigend vind ik dat niet. Als ik verder lees zie ik dat je een dag van te voren geen uien, paprika en nog wat andere groentes mag eten in verband met een vertekend beeld van de beginwaarde. Verdorie! Omdat ik toch wist dat ik me vandaag slecht zou voelen door het lactose drankje, had ik me daar nou net wel aan bezondigd. Bah! Uit mijn tas diep ik het foldertje van het ziekenhuis op over de test, maar er staat echt niets in over uien en paprika. Wat nu? Me zorgen makend loop ik voor de zoveelste keer naar de wc. Het opgeblazen gevoel neemt echter nog steeds niet af. Ik drentel wat heen en weer om de tijd te doden. Net voordat het uur voorbij is, moet ik weer naar de wc. Deze keer levert het wel wat op. Ik schaam me rot voor de stank, helemaal als ik m'n  handen sta te wassen en er iemand op 'mijn' wc gaat zitten.
Gespannen ga ik voor de laatste keer op de stoel zitten. Ik concentreer me op mijn ademhaling, neem een enorme teug en blaas zo rustig en lang mogelijk uit. De meter loopt als een razende op. De honderd vliegt voorbij en even later zelfs de tweehonderd. Als ik het metertje teruggeef, zie ik de verbaasde blik van de laborante. 'Nou, het is geloof ik niet zo raar dat ik me zo beroerd voel he als ik melkproducten eet?' Ze knikt bevestigend en zegt dat bij sommige mensen er ondanks alles niets uit komt. Opluchting. Bij mij dus wel. Eindelijk een eerste mogelijkheid tot erkenning. Een eerste spoor naar de werkelijke oorzaak van de voedselproblemen.

Even later zit ik weer op het toilet. Als ik binnen ben hoor ik een aantal maal de deur open gaan. Staat er een rij? Bijna durf ik het hokje niet te verlaten. Met een afgewend hoofd schiet ik naar buiten en was vliegensvlug mijn handen. Dan is het tijd voor een beloning. Met een heerlijke, grote moorkop en een warm kaasbroodje schuif ik aan een tafeltje. Dat is lang geleden! Mmm. Het smaakt werkelijk verrukkelijk. Een half uurtje later begin ik een beetje zenuwachtig aan de treinreis die voor mij ligt. Hoe overleef ik dat met zo'n buik, zonder sporen achter te laten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten